Translations for „assistentie“ in the Dutch » German Dictionary

as·si·sten·tie [ɑsistɛnsi] N f geen pl

1. assistentie (bijstand, hulp):

assistentie

Assistenz f

assistentie

Unterstützung f

met assistentie van

mit der Unterstützung von

met assistentie van

unter Assistenz von

iem assistentie verlenen

jdm Assistenz leisten

2. assistentie:

assistentie (personen)

Unterstützung f

assistentie (manschappen ter assistentie)

Verstärkung f

de politie verzocht om assistentie

die Polizei forderte Verstärkung an

Usage examples with assistentie

met assistentie van

mit der Unterstützung von

iem assistentie verlenen

jdm Assistenz leisten

de politie verzocht om assistentie

die Polizei forderte Verstärkung an