Dutch » German

Translations for „bespelen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

be·spe·len <bespeelde, h. bespeeld> [bəspelə(n)] VB trans

1. bespelen:

bespelen SPORTS, muz.
de snaren bespelen

2. bespelen (invloed uitoefenen op):

bespelen
bespelen
einwirken auf +acc
een gehoor bespelen
gevoelens bespelen
iem weten te bespelen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski