Dutch » German

Translations for „bespreken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

be·spre·ken <besprak, h. besproken> [bəsprekə(n)] VB trans

1. bespreken:

bespreken (spreken over)
bespreken (uitvoerig)
bespreken (uitvoerig)
bespreken (overleggend)

2. bespreken (beoordelen):

bespreken
bespreken

3. bespreken (reserveren):

bespreken

Usage examples with bespreken

iets in detail(s) bespreken
een plaats bespreken
een tafel reserveren [o. bespreken ]

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski