Translations for „bijgesleept“ in the Dutch » German Dictionary

drie·ge·streept [driɣəstrept] ADJ muz.

driegestreept

dreigestrichen

bij·ge·loof [bɛiɣəlof] N nt geen pl

bijgeloof

Aberglaube m

bij·ge·luid <bijgeluid|en> [bɛɪɣəlœyt] N nt

bijgeluid

Nebengeräusch nt

bij·ge·lo·vig <bijgelovige, bijgeloviger, bijgelovigst> [bɛiɣəlovəx] ADJ

bijgelovig

abergläubisch

ge·streept [ɣəstrept] ADJ

1. gestreept (met strepen):

gestreept

gestreift

2. gestreept muz.:

gestreept

gestrichen

op·ge·scheept [ɔpxəsxept] ADJ

met iem/iets opgescheept zijn [o. zitten]

jdn/etw am Hals [o. auf dem Hals] haben

bij·sle·pen <sleepte bij, h. bijgesleept> [bɛɪslepə(n)] VB trans

bijslepen

heranschleppen

bijslepen

herbeischleppen

ge·schept [ɣəsxɛpt] ADJ

geschept

(hand)geschöpft

het geschept papier

das Bütten(papier)