Translations for „buiging“ in the Dutch » German Dictionary

bui·ging <buiging|en> [bœyɣɪŋ] N f

1. buiging (bocht):

buiging

Biegung f

buiging

Krümmung f

de buiging van de arm

die Armbeuge

de weg maakt hier een buiging

der Weg macht hier eine Biegung

2. buiging (uiting van eerbied, groet):

buiging

Verbeugung f

buiging

Verneigung f form

een buiging maken

eine Verbeugung machen

3. buiging taalk.:

buiging

Beugung f

buiging form

Flexion f

Usage examples with buiging

een buiging maken

eine Verbeugung machen

de buiging van de arm

die Armbeuge

de weg maakt hier een buiging

der Weg macht hier eine Biegung