Dutch » German

Translations for „arm“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

arm1 <arm|en> [ɑrm] N m

2. arm (mouw):

arm
Ärmel m

3. arm (ledemaat bij dieren):

arm

4. arm (leuning van een zitmeubel):

arm

5. arm (uitstekend deel waar iets aan kan hangen):

arm
Arm m

6. arm (afsplitsing van een rivier, een weg):

arm
de sterke arm

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski