Translations for „doorhalen“ in the Dutch » German Dictionary

door·ha·len <haalde door, h. doorgehaald> [dorhalə(n)] VB trans

1. doorhalen (door een opening):

doorhalen

durchziehen

een draad doorhalen

einen Faden einfädeln

2. doorhalen fig (hekelen):

doorhalen

herziehen über +acc

3. doorhalen:

doorhalen (schrappen)

(durch)streichen

doorhalen (hypotheek e.d.)

löschen

doorhalen wat niet van toepassing is

Nichtzutreffendes streichen

Usage examples with doorhalen

een draad doorhalen

einen Faden einfädeln

doorhalen wat niet van toepassing is

Nichtzutreffendes streichen