Translations for „durchgemacht“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

lucht·macht <luchtmacht|en> [lʏxtmɑxt] N f

luchtmacht

Luftwaffe f

der·de macht [dɛrdəmɑxt] N f geen pl

derde macht

dritte Potenz f

derde macht (getal)

Kubikzahl f

krijgs·macht <krijgsmacht|en> [krɛixsmɑxt] N f

1. krijgsmacht gesch.:

krijgsmacht

Militär nt

krijgsmacht

Armee f

krijgsmacht

Heer nt

2. krijgsmacht (totale land-, zee- en luchtmacht):

krijgsmacht

Streitkräfte pl

krijgsmacht

Wehrmacht f

zee·macht <zeemacht|en> [zemɑxt] N f

zeemacht

Seemacht f

po·li·tie·macht [poli(t)simɑxt] N f geen pl

1. politiemacht (politiekorps):

politiemacht

Polizei f

politiemacht

Polizeikräfte pl

2. politiemacht (groot aantal agenten):

politiemacht

Polizeiaufgebot nt

kern·macht <kernmacht|en> [kɛrmɑxt] N f

kernmacht

Atommacht f

kernmacht

Nuklearmacht f

le·ger·macht <legermacht|en> [leɣərmɑxt] N f

legermacht

Militär nt

legermacht

Heer nt

legermacht

Armee f

met een gigantische legermacht

mit einem riesigen Truppenaufgebot

troe·pen·macht <troepenmacht|en> [trupə(n)mɑxt] N f

troepenmacht

Streitmacht f

we·reld·macht <wereldmacht|en> [werəltmɑxt] N f

wereldmacht

Weltmacht f

nacht·wacht <nachtwacht|en> [nɑxtwɑxt] N m

nachtwacht

Nachtwache f

on·ge·acht [ɔŋɣəɑxt] PREP

ongeacht

≈ trotz +dat o gen

ongeacht form

ungeachtet +gen

ongeacht die belediging

ungeachtet [o. trotz] der Beleidigung

ongeacht hoeveel het inkomen bedraagt

ungeachtet der Höhe des Einkommens