Translations for „indienster“ in the Dutch » German Dictionary

dien·ster <dienster|s> [dinstər] N f

dienster

Serviererin f

dienster

Kellnerin f

in·dring·ster N f

indringster feminine form of indringer

See also indringer

in·drin·ger <indringer|s> [ɪndrɪŋər] N m

indringer

Eindringling m

in·die·nen <diende in, h. ingediend> [ɪndinə(n)] VB trans

indienen

einreichen

indienen (wetsontwerp)

vorlegen

een belastingaangifte indienen

eine Steuererklärung abgeben

een klacht/zijn ontslag indienen

eine Klage/seine Entlassung einreichen

een aanklacht indienen tegen iem

eine Klage gegen jdn erheben

wiel·ren·ster <wielrenster|s> [wilrɛnstər] N f

wielrenster feminine form of wielrenner

See also wielrenner

wiel·ren·ner <wielrenner|s> [wilrɛnər] N m

wielrenner

Radrennfahrer m

wielrenner

Radsportler m

wel·doen·ster N f

weldoenster feminine form of weldoener

See also weldoener

wel·doe·ner <weldoener|s> [wɛldunər] N m

weldoener

Wohltäter m

in·dienst·tre·ding [ɪndinstredɪŋ] N f geen pl

indiensttreding

Dienstantritt m

in·di·ges·tie [ɪndiɣɛsti] N f geen pl

indigestie

Verdauungsstörung f

indigestie

Indigestion f spec

leen·ster N f

leenster → lener

See also lener

le·ner <lener|s> [lenər] N m

1. lener (leengever):

lener

Verleiher m

2. lener (leenontvanger):

lener

Entleiher m

lijn·dienst <lijndienst|en> [lɛindinst] N m

lijndienst

Liniendienst m

lijndienst

Linienverkehr m