Translations for „klinker“ in the Dutch » German Dictionary

klin·ker <klinker|s> [klɪŋkər] N m

1. klinker (spraakgeluid):

klinker

Vokal m

klinker

Selbstlaut m

2. klinker (hardgebakken steen):

klinker

Klinker m

Usage examples with klinker

een gesloten klinker taalk.

ein geschlossener Vokal

dit woord eindigt op een klinker

dieses Wort endet auf einen Vokal