Translations for „machtigde“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ge·mach·tig·de <gemachtigde|n> [ɣəmɑxtəɣdə] N m en f

gemachtigde

Bevollmächtigte(r) f(m)

gemachtigde

Beauftragte(r) f(m)

bij gemachtigden jur.

durch einen Bevollmächtigten

mach·ti·gen <machtigde, h. gemachtigd> [mɑxtəɣə(n)] VB trans

machtigen

ermächtigen

machtigen

bevollmächtigen

iem tot betaling machtigen

jdn eine Zahlungsvollmacht erteilen

mach·ti·ging <machtiging|en> [mɑxtəɣɪŋ] N f

machtiging

Ermächtigung f

machtiging

Bevollmächtigung f

machtiging

Vollmacht f

machtiging bezitten

(die) Vollmacht haben