Translations for „olifant“ in the Dutch » German Dictionary

oli·fant <olifant|en> [olifɑnt] N m

1. olifant (dier):

olifant

Elefant m

als een olifant in de porseleinkast

wie ein Elefant im Porzellanladen

2. olifant fig (log mens):

olifant

Trampeltier nt

Usage examples with olifant

een olifant neerleggen

einen Elefanten erlegen

als een olifant in de porseleinkast

wie ein Elefant im Porzellanladen

van een mug een olifant maken fig

aus einer Mücke einen Elefanten machen