Translations for „ongezond“ in the Dutch » German Dictionary

on·ge·zond [ɔŋɣəzɔnt] ADJ

1. ongezond (ziekelijk):

ongezond

ungesund

een ongezonde gelaatskleur

eine ungesunde Gesichtsfarbe

2. ongezond (nadelig voor de gezondheid):

ongezond

ungesund

ongezonde lucht

ungesunde Luft f

3. ongezond (nadelig voor het geestelijk welzijn):

ongezond

schädlich

ongezonde beïnvloeding

schädliche(r) Einfluss m

Usage examples with ongezond

ongezond eten

ungesunde Ernährung f