Translations for „plannen“ in the Dutch » German Dictionary

plan·nen [plɛnə(n)]

plannen [[o. plɑnə(n)]] plande, h. gepland VB trans:

plannen

planen

de volgende vergadering is gepland op 3 december

die nächste Versammlung ist für den 3. Dezember geplant [o. angesetzt]

Usage examples with plannen

uitgewerkte plannen

ausgearbeitete Pläne pl

boze plannen

boshafte(n) Pläne pl

iem zijn plannen ontvouwen

jdm seine Pläne darlegen

plannen de bodem inslaan fig

Pläne zerstören [o. vernichten]

volgens de plannen verlopen

nach Plan verlaufen

zijn plannen openleggen

seine Pläne offen darlegen

grootse plannen hebben

große Pläne haben

de plannen omgooien

die Pläne umwerfen

zijn plannen blootleggen

seine Pläne offenlegen [o. eröffnen]

iems plannen dwarsbomen

jds Pläne hintertreiben

plannen/bevelen uitvoeren

Pläne/Befehle ausführen

de uitvoering van plannen stuiten

die Ausführung von Plänen vereiteln

iem in zijn plannen tegenwerken

jds Pläne durchkreuzen

dat voorstel doorkruist mijn plannen fig

der Vorschlag durchkreuzt meine Pläne

iem in zijn plannen inwijden

jdn in seine Pläne einweihen

tegen iems verkiezing/plannen ageren

gegen jds Wahl/Pläne agitieren

de omstandigheden dienstbaar maken aan zijn plannen

sich dat die Umstände für seine Pläne nutzbar machen

onze plannen zijn in een stroomversnelling geraakt

unsere Pläne überstürzen sich allmählich