Translations for „restauranthoudster“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ge·heel·ont·houd·ster N f

geheelonthoudster feminine form of geheelonthouder

See also geheelonthouder

ge·heel·ont·hou·der <geheelonthouder|s> [ɣəhelɔnthɑudər] N m

geheelonthouder

Abstinenzler m

geheelonthouder

Antialkoholiker m

ga·ra·ge·houd·ster N f

garagehoudster feminine form of garagehouder

See also garagehouder

ga·ra·ge·hou·der <garagehouder|s> [ɣaraʒəhɑudər] N m

garagehouder (van parkeergarage)

Garageninhaber m

garagehouder (van werkplaats)

Autowerkstattinhaber m

res·tau·rant <restaurant|s> [rɛstorɑnt, rɛstorɑ̃] N nt

restaurant

Restaurant nt

restaurant

Gaststätte f

restaurant

Speiselokal nt

in een restaurant gaan eten

in ein Restaurant gehen

res·tau·ra·tie <restauratie|s> [rɛstora(t)si] N f

1. restauratie:

restauratie (het restaureren)

Restaurierung f

restauratie (het restaureren)

Restauration f

restauratie (gebit)

Sanierung f

de restauratie van de domkerk

die Restauration des Doms

2. restauratie (herstel van een regime):

restauratie

Restauration f

3. restauratie:

restauratie (restaurant)

Gaststätte f

restauratie (op station)

Bahnhofsgaststätte f

restauratie (in trein)

Speisewagen m

res·tau·ra·tie·wa·gen <restauratiewagen|s> [rɛstora(t)siwaɣə(n)] N m

restauratiewagen

Speisewagen m

ca·fe·ta·ria·houd·ster N f

cafetariahoudster feminine form of cafetariahouder

See also cafetariahouder

ca·fe·ta·ria·hou·der <cafetariahouder|s> [kɑfetarijahɑudər] N m

cafetariahouder

Inhaber m eines Imbisslokals

fi·li·aal·houd·ster N f

filiaalhoudster feminine form of filiaalhouder

See also filiaalhouder

fi·li·aal·hou·der <filiaalhouder|s> [filijalhɑudər] N m

filiaalhouder

Filialleiter m

pen·sion·houd·ster N f

pensionhoudster feminine form of pensionhouder

See also pensionhouder

pen·si·on·hou·der <pensionhouder|s> [pɛnʃɔnhɑudər] N m

pensionhouder

Pensionsinhaber m