Translations for „störanfälligen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

stof·zui·gen <stofzuigde, h. gestofzuigd> [stɔfsœyɣə(n)] VB trans

stofzuigen

staubsaugen

stofzuigen

(Staub) saugen

stort·re·gen <stortregen|s> [stɔrtreɣə(n)] N m

stortregen

Sturzregen m

stortregen

Platzregen m

in·wil·li·gen <willigde in, h. ingewilligd> [ɪnwɪləɣə(n)] VB trans

inwilligen

bewilligen

inwilligen

genehmigen

storm·lo·pen¹ <liep storm, h. stormgelopen> [stɔrmlopə(n)] VB intr

stormlopen (aanvallen)

stürmen

stormlopen (met voorzetsel)

anstürmen gegen +acc

stormlopen (met voorzetsel)

bestürmen +acc

op/tegen een vesting stormlopen

eine Festung bestürmen/gegen eine Festung anstürmen

stom·toe·val·lig [stɔmtuvɑləx] ADJ

stomtoevallig

rein zufällig

af·val·li·ge <afvallige|n> [ɑfɑləɣə] N m en f (partij, geloof)

afvallige

Abtrünnige(r) f(m)