Translations for „verminderen“ in the Dutch » German Dictionary

ver·min·de·ren¹ <verminderde, h. verminderd> [vərmɪndərə(n)] VB trans

verminderen (kleiner maken)

verringern

verminderen (kleiner maken)

vermindern

verminderen (vooral verlagen)

herabsetzen

snelheid verminderen

das Tempo drosseln

de uitgaven verminderen

die Ausgaben verringern [o. senken]

in waarde verminderen

an Wert verlieren

iets in prijs verminderen

etw im Preis herabsetzen

ver·min·de·ren² <verminderde, i. verminderd> [vərmɪndərə(n)] VB intr (kleiner worden)

verminderen

abnehmen

verminderen

sich verringern

verminderen

sich vermindern

mijn inkomsten verminderen

mein Einkommen verringert [o. vermindert] sich

verminderde weerstand

verminderte Widerstandskraft f

Usage examples with verminderen

snelheid verminderen

das Tempo drosseln

iets in prijs verminderen

etw im Preis herabsetzen

de bewapening verminderen/opvoeren

ab-/aufrüsten

in waarde verminderen

an Wert verlieren

de uitgaven verminderen

die Ausgaben verringern [o. senken]

mijn inkomsten verminderen

mein Einkommen verringert [o. vermindert] sich

geld in waarde (doen) verminderen

Geld entwerten