Translations for „voorwerp“ in the Dutch » German Dictionary

voor·werp <voorwerp|en> [vorwɛrp] N nt

1. voorwerp (zaak, object):

voorwerp

Gegenstand m

gevonden voorwerpen

Fundsachen pl

het bureau van gevonden voorwerpen

das Fundbüro

voorwerpen van waarde

Wertgegenstände pl

2. voorwerp (zaak waarop een handeling of werking gericht is):

voorwerp

Gegenstand m

voorwerp

Objekt nt

een voorwerp van discussie

ein Gegenstand der Diskussion

tot voorwerp van spot worden

zum Gespött werden

3. voorwerp taalk.:

voorwerp

Objekt nt

het lijdend/belanghebbend voorwerp

das Akkusativobjekt/das Dativobjekt

Usage examples with voorwerp

een voorwerp van discussie

ein Gegenstand der Diskussion

een gevonden voorwerp aanbrengen

eine Fundsache abgeben

het lijdend/belanghebbend voorwerp

das Akkusativobjekt/das Dativobjekt

tot voorwerp van spot worden

zum Gespött werden

een voorwerp in zijn zak moffelen

einen Gegenstand in der Tasche verschwinden lassen

een voorwerp uit het stenen tijdperk

ein steinzeitlicher Gegenstand

een voorwerp van aanhoudende zorg zijn

ständig umsorgt werden müssen