Translations for „aansnoeren“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

trans·po·ˈnie·ren [transpoˈniːrən] VB trans MUS

transponieren liter

transponeren

transponieren liter

overzetten

pa·ˈnie·ren [paˈniːrən] VB trans

panieren

paneren

ra·ˈsie·ren [raˈziːrən] VB trans

rasieren

scheren

sa·ˈnie·ren [zaˈniːrən] VB trans

sanieren (renovieren)

saneren

sanieren (wieder rentabel machen)

gezond maken

sanieren (wieder rentabel machen)

reorganiseren

sich sanieren iron

er (weer) bovenop komen

sich sanieren iron

zijn slag slaan

ba·ˈsie·ren¹ [baˈziːrən] VB intr

basieren

gebaseerd zijn

basieren

steunen

basieren

berusten

tran·ˈschie·ren VB intr A

transchieren → tranchieren

See also tranchieren

tran·ˈchie·ren [trãːˈʃiːrən, tranˈʃiːrən] VB trans FOOD

tranchieren

trancheren

trans·for·ˈmie·ren VB trans liter spec

transformieren

transformeren

transformieren

omzetten

transformieren

omvormen

trans·por·ˈtie·ren [transpɔrˈtiːrən] VB trans

transportieren PHOTO, TECH (Person: befördern)

transporteren

transportieren PHOTO, TECH (Person: befördern)

vervoeren

ˈab·trans·por·tie·ren VB trans

abtransportieren

afvoeren

abtransportieren

wegvoeren

trans·fe·ˈrie·ren [transfeˈriːrən] VB trans

transferieren a. SPORTS

transfereren

transferieren a. ECON

overmaken

transferieren a. ECON

overdragen