Translations for „conflicten“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

Kon·ˈflikt <Konflikt(e)s, Konflikte> [kɔnˈflɪkt] N m

1. Konflikt:

Konflikt

conflict nt

Konflikt

geschil nt

Konflikt

botsing

einen Konflikt beilegen/schlichten

een conflict [o. geschil] bijleggen/beslechten

2. Konflikt:

Konflikt

conflict nt

Konflikt

strijd

ein bewaffneter Konflikt

een gewapend conflict

ˈan·flie·gen¹ VB intr irreg

1. anfliegen:

anfliegen

aanvliegen

anfliegen

aanrennen

anfliegen

aansnellen

angeflogen kommen

komen aanvliegen

2. anfliegen fig:

anfliegen

aanwaaien

3. anfliegen fig:

anfliegen

(plots) overvallen

ˈein·flie·gen¹ VB intr

einfliegen

invliegen

einfliegen

binnenvliegen

nach Frankreich einfliegen

Frankrijk binnenvliegen

ˈein·flie·ßen VB intr a. METEO

einfließen

instromen

einfließen

binnenstromen

etw einfließen lassen

terloops iets opmerken [o. aanstippen]

etw einfließen lassen

iets langs zijn neus weg zeggen

ˈflir·ten [ˈflɪrtn̩, ˈflœrtn̩] VB intr

flirten

flirten ook fig.

ˈbei·pflich·ten [ˈb͜aipflɪçtn̩] VB intr

1. beipflichten (zustimmen):

beipflichten

instemmen met

beipflichten

zijn instemming betuigen met

2. beipflichten (übereinstimmen):

beipflichten

het eens zijn met

beipflichten

kunnen meegaan met

beipflichten

bijvallen

3. beipflichten (bestätigen):

beipflichten

instemmend zeggen

beipflichten

beamen

beipflichten

bevestigen

ver·ˈpflich·ten¹ [fɛɐ̯ˈ͜pflɪçtn̩] VB trans

1. verpflichten (einen Eid ablegen):

verpflichten

(plechtig) laten beloven

verpflichten

de eed laten afleggen

2. verpflichten (dankbar):

verpflichten

verplichten

ich bin dir sehr verpflichtet

ik ben je erg dankbaar

ich bin Ihnen zu Dank verpflichtet

ik ben u dank verschuldigd

verpflichtende Zusage

bindende toezegging

3. verpflichten THEAT (engagieren):

verpflichten

engageren

verpflichten

contracteren