Translations for „encadreren“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

qua·ˈdrie·ren [kvaˈdriːrən] VB trans

1. quadrieren:

quadrieren

tot de tweede macht verheffen

quadrieren

kwadr(at)eren

2. quadrieren ART:

quadrieren

in vierkante vakken verdelen

co·ˈdie·ren [koˈdiːrən] VB trans

codieren

coderen

schwa·dro·ˈnie·ren [-droˈniːrən] VB intr inf pej

schwadronieren

oreren

schwadronieren

zwetsen

ren·ˈtie·ren [rɛnˈtiːrən] VB refl

rentieren

renderen

ad·ˈdie·ren [aˈdiːrən] VB trans

addieren

optellen

addieren

samentellen

ba·ˈsie·ren¹ [baˈziːrən] VB intr

basieren

gebaseerd zijn

basieren

steunen

basieren

berusten

da·ˈtie·ren¹ [daˈtiːrən] VB intr

1. datieren:

datieren

dateren

datieren

bestaan

2. datieren:

datieren

dateren

datieren

afkomstig zijn

die Vase datiert aus dem 2. Jahrhundert

de vaas stamt uit de 2e eeuw

eru·ˈie·ren [eruˈiːrən] VB trans

1. eruieren liter (in Erfahrung bringen):

eruieren

achterhalen

2. eruieren (ausfindig machen):

eruieren A CH

ontdekken

ge·ˈnie·ren¹ [ʒeˈniːrən] VB trans veraltet (stören)

genieren

generen

genieren

hinderen

genieren

storen

ka·ˈpie·ren [kaˈpiːrən] VB trans inf

kapieren

snappen

kapieren

doorhebben