Translations for „talrijk“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

tal·rijk <talrijke, talrijker, talrijkst> [tɑlrɛik] ADJ

talrijk

zahlreich

een talrijk huisgezin

eine vielköpfige Familie

met talrijke illustraties

mit zahlreichen Illustrationen

talrijk vertegenwoordigd

zahlreich vertreten

Usage examples with talrijk

talrijk vertegenwoordigd

zahlreich vertreten

een talrijk huisgezin

eine vielköpfige Familie