Dutch » German

Mo·zam·bi·kaan·se <Mozambikaanse|n> [mozambikaːnsә] N f

Mozambikaanse feminine form of Mozambikaan

See also Mozambikaan

Mo·zam·bi·kaan <Mozambi|kanen> [mozambikaːn] N m

Gam·biaan·se <Gambiaanse|n> [ɣɑmbiaːnsə] N f

Gambiaanse feminine form of Gambiaan

See also Gambiaan

Gam·biaan <Gambi|anen> [ɣɑmbiaːn] N m

Zam·biaan·se <Zambiaanse|n> [zɑmbiaːnsə] N f

Zambiaanse feminine form of Zambiaan

See also Zambiaan

Zam·biaan <Zambi|anen> [zɑmbiaːn] N m

Bo·li·vi·aan·se <Boliviaanse|n> [bolivijansə] N f

Boliviaanse feminine form of Boliviaan

See also Boliviaan

Bo·li·vi·aan <Boli|vianen> [bolivijan] N m

Gam·biaans [ɣɑmbiaːns] ADJ

Zam·biaans [zɑmbiaːns] ADJ

Ke·ni·aan·se <Keniaanse|n> [keniaːnsә] N f

Keniaanse feminine form of Keniaan

See also Keniaan

Ke·ni·aan <Keni|anen> [keniaːn] N m

Haïtiaanse <Haïtiaanse|n> [haitiaːnsә] N f

Haïtiaanse feminine form of Haïtiaans

See also Haïtiaans

Haïtiaans [haitiaːns] ADJ

Ita·li·aan·se <Italiaanse|n> [itɑljansə] N f

Italiaanse feminine form of Italiaan

See also Italiaan

Ita·li·aan <Ita|lianen> [itɑljan] N m

co·lo·rist <colorist|en> [kolorɪst] N m

Si·ci·li·aan·se <Siciliaanse|n> [sisilijansə] N f

Siciliaanse feminine form of Siciliaan

See also Siciliaan

Si·ci·li·aan <Sici|lianen> [sisilijan] N m

Bra·zi·li·aan·se <Braziliaanse|n> [brɑziliaːnsə] N f

Braziliaanse feminine form of Braziliaan

See also Braziliaan

Bra·zi·li·aan <Brazili|anen> [brɑziliaːn] N m

Li·be·ri·aan·se <Liberiaanse|n> [liberiaːnsә] N f

Liberiaanse feminine form of Liberiaan

See also Liberiaan

Li·be·ri·aan <Liberi|anen> [liberiaːn] N m

Ni·ge·ri·aan·se <Nigeriaanse|n> [niɣeriaːnsə] N f

Nigeriaanse feminine form of Nigeriaans

See also Nigeriaans

Ni·ge·ri·aans [niɣeriaːns] ADJ

Jor·daan·se <Jordaanse|n> [jɔrdaːnsә] N f

Jordaanse feminine form of Jordaniër

See also Jordaniër

Jor·da·niër <Jordaniër|s> [jɔrdaniәr] N m

Zam·biaan <Zambi|anen> [zɑmbiaːn] N m

Gam·biaan <Gambi|anen> [ɣɑmbiaːn] N m

Cor·si·caan·se N f

Corsicaanse feminine form of Corsicaan

See also Corsicaan

Cor·si·caan <Corsicanen> [kɔrsikan] N m


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski