Dutch » German

Translations for „Keiferei“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

eet·ge·rei: noun
kei·ler: noun
kei·zer: noun
kei·ze·rin: noun
wei·fe·len: verb
kaf·fe·ren: verb
kei·zer·lijk: adjective and adverb
kei·zer·rijk: noun
naai·ge·rei: noun
pe·ri·fe·rie: noun
keu·ken·ge·rei: noun
kei·zer·sne·de: noun
ta·fel·ge·rei: noun
schrijf·ge·rei: noun
kei·len: verb
kei·hard: adjective and adverb
kei·steen: noun
ge·rei: noun
roer·ei: noun
re·fe·rent: noun

You are viewing results spelled similarly: kafferen , weifelen , keizerin , keizer , keiler , eetgerei , keizerrijk , keizerlijk , periferie , naaigerei , keizersnede , keukengerei , referent , roerei , gerei , keisteen , keihard , keilen , schrijfgerei and tafelgerei

eet·ge·rei [etxərɛi] N nt geen pl

eetgerei (bestek)

eetgerei (vaatwerk)

kei·ler <keiler|s> [kɛɪlər] N m

Keiler m

kei·zer <keizer|s> [kɛizər] N m

Kaiser m

kei·ze·rin <keizerin|nen> [kɛizərɪn] N f

wei·fe·len <weifelde, h. geweifeld> [wɛifələ(n)] VB intr

1. weifelen:

weifelen (dubben: aarzelen)

weifelen (dubben: aarzelen)

weifelen (dubben: besluiteloos zijn)

unschlüssig sein

weifelen (dubben: besluiteloos zijn)

ik weifelde nog

ich war (mir) noch unschlüssig (darüber)

weifelen tussen twee methoden

schwanken zwischen zwei Methoden

2. weifelen (onzeker zijn):

een weifelende markt

ein schwankender [o. unsicherer] Markt

kaf·fe·ren <kafferde, h. gekafferd> [kɑfərə(n)] VB intr

toben

rasen

kei·zer·lijk [kɛizərlək] ADJ

de keizerlijke residentie

die Kaiserresidenz

kei·zer·rijk <keizerrijk|en> [kɛizərɛik] N nt

naai·ge·rei [najɣərɛi] N nt geen pl

Nähzeug nt

pe·ri·fe·rie [periferi] N f geen pl

de periferie van het bewustzijn

des Grenzbereich des des Bewusstseins

keu·ken·ge·rei [køkə(n)ɣərɛi] N nt geen pl

keukengerei

Küchengeräte pl

kei·zer·sne·de <keizer|sneden> [kɛizərsnedə] N f

keizersnede

Kaiserschnitt m

ta·fel·ge·rei [tafəlɣərɛɪ] N nt geen pl

Tafelgeschirr nt

schrijf·ge·rei [sxrɛifxərɛi] N nt geen pl

schrijfgerei

schrijfgerei

Schreibgeräte pl

schrijfgerei

Schreibwaren pl

schrijfgerei (benodigdheden)

Schreibbedarf m

kei·len <keilde, h. gekeild> [kɛilə(n)] VB trans

iem de deur uit keilen

jdn (zur Tür) hinauswerfen

kei·hard [kɛihɑrt] ADJ

1. keihard (zeer hard):

een keihard schot SPORTS

ein knallharter Schuss

2. keihard (onaandoenlijk):

hij is een keiharde (uiterst zakelijk)

er ist ein knallharter [o. hartgesottener] Bursche

hij is een keiharde (kan veel verdragen)

er ist stahlhart

de keiharde feiten

die knallharten Tatsachen

de keiharde werkelijkheid

die brutale Wirklichkeit

3. keihard (zeer luid):

ohrenbetäubend

kei·steen <kei|stenen> [kɛɪsten] N m

keisteen (kiezelsteen)

keisteen (straatsteen)

Pflasterstein m

ge·rei [ɣərɛi] N nt geen pl

gerei (gereedschap)

Werkzeug nt

gerei (spul)

Sachen pl

gerei (spul)

Zeug nt inf

roer·ei [rurɛi] N nt geen pl

Rührei nt

re·fe·rent <referent|en> [refərɛnt] N m

1. referent:

referent (verslaggever)

Berichterstatter m

referent (recensent)

2. referent (iem die een referaat houdt):

3. referent (iem die informaties bezorgt):

Dokumentalist m

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski