Translations for „Kinnladen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

in·la·den <laadde in, h. ingeladen> [ɪnladə(n)] VB trans

inladen (voertuig)

(be)laden

inladen (goederen)

einladen

inladen (goederen)

verladen

ont·la·den¹ <ontlaadde zich, h. zich ontladen> [ɔntladə(n)] VB wk ww

ontladen zich ontladen (zich bevrijden):

ontladen

sich entladen

uit·la·den <laadde uit, h. uitgeladen> [œytladə(n)] VB trans

uitladen

ausladen

uitladen (voer-, vaartuig)

entladen

uitladen scheepv.

löschen

down·loa·den <downloadde, h. gedownload> [dɑunlodə(n)] VB trans

downloaden

downloaden

downloaden

herunterladen

zon·ne·ba·den <zonnebaadde, h. gezonnebaad> [zɔnəbadə(n)] VB intr

zonnebaden

sich sonnen

ver·la·den <verlaadde, h. verladen> [vərladə(n)] VB trans

verladen (inladen)

verladen

verladen (overladen)

umladen

over·la·den¹ [ovərladə(n)] ADJ

overladen

überladen

overladen (stijl, versiering e.d.)

schwülstig

een overladen programma

ein überladenes [o. übervolles] Programm

aan·ra·den <raadde aan/ried aan, h. aangeraden> [anradə(n)] VB trans

aanraden

empfehlen

aanraden

(an)raten

op aanraden van

auf Anraten +gen

ont·ra·den <ontraadde/ontried, h. ontraden> [ɔntradə(n)] VB trans

ontraden

abraten

iem iets ontraden

jdm von etw abraten

aan·bra·den <braadde aan, h. aangebraden> [ambradə(n)] VB trans

aanbraden

anbraten

uit·bra·den VB trans

uitbraden → uitbakken

See also uitbakken

uit·bak·ken <bakte uit, h. uitgebakken> [œydbɑkə(n)] VB trans kookk.

uitbakken

auslassen

uitbakken

ausbraten

la·den <laadde, h. geladen> [ladə(n)] VB trans

1. laden (bevrachten):

laden

(be)laden

goederen in een schip laden

Güter auf ein Schiff laden

een kar vol met stenen laden

einen Karren mit Steinen vol laden

laden en lossen

laden und entladen

laden en lossen

ein- und ausladen

het schip is te zwaar geladen

das Schiff hat zu schwer geladen

2. laden (vuurwapens):

laden

laden

3. laden (van elektriciteit voorzien):

laden

laden

hij is geladen fig

er ist geladen

af·la·den <laadde af, h. afgeladen> [ɑfladə(n)] VB trans

afladen

abladen

be·la·den <belaadde, h. beladen> [bəladə(n)] VB trans

beladen

beladen

te zwaar beladen

überladen

zwaar beladen bomen fig

Bäume voller Früchte

op·la·den <laadde op, h. opgeladen> [ɔpladə(n)] VB trans

1. opladen (op iets laden):

opladen

laden auf +acc

2. opladen (bevrachten):

opladen

aufladen

3. opladen (elektrisch laden):

opladen

aufladen