Translations for „Nebenlinie“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

grens·li·nie N f

grenslinie → grenslijn

See also grenslijn

grens·lijn <grenslijn|en> [ɣrɛnslɛin] N f

1. grenslijn (grens):

grenslijn

Grenze f

grenslijn

Grenzlinie f

2. grenslijn fig:

grenslijn

Grenze f

grenslijn

Schranke f

in·ter·li·nie <interlinie|s> [ɪntərlini] N f (regelafstand)

interlinie

Zeilendurchschuss m

interlinie

Durchschuss m

front·li·nie <frontlinie|s> [frɔntlini] N f

frontlinie

Frontlinie f

Ar·gen·ti·ni·ë [ɑrɣəntiniə] N nt geen pl

Argentinië

Argentinien nt

groen·ling <groenling|en> [ɣrunlɪŋ] N m

groenling

Grünfink m

li·nie <linie|s> [lini] N f

linie

Linie f

linie (evenaar)

Äquator m

over de hele linie

auf der ganzen Linie

voorste linie

Frontlinie f

we·zen·lijk <wezenlijke, wezenlijker, wezenlijkst> [wezənlək] ADJ

1. wezenlijk:

wezenlijk (essentieel)

wesentlich

wezenlijk (essentieel)

grundlegend

wezenlijk (eigenlijk)

eigentlich

het wezenlijke van een gesprek

der Kern eines Gesprächs fig

een wezenlijk verschil

ein wesentlicher Unterschied

2. wezenlijk (werkelijk (bestaand)):

wezenlijk

wesenhaft

wezenlijk

wirklich

wezenlijk

wahrhaftig

een wezenlijke God

ein wahrhaftiger Gott

een wezenlijk groot mens

ein wirklich großartiger Mensch