Translations for „Stadtrates“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

stad·huis <stad|huizen> [stɑthœys] N nt

stadhuis

Rathaus nt

stads·au·to <stadsauto|'s> [stɑtsɑuto] N m

stadsauto

Stadtfahrzeug nt

stads·deel <stads|delen> [stɑtsdel] N nt

stadsdeel

Stadtviertel nt

stadsdeel

Stadtteil m

stadsdeel

Stadtbezirk m

stadsdeel

Gemeindebezirk m

stads·park <stadspark|en> [stɑtspɑrək] N nt

stadspark

Stadtpark m

stads·le·ven [stɑtslevə(n)] N nt geen pl

stadsleven

Großstadtleben nt

be·stra·ten <bestraatte, h. bestraat> [bəstratə(n)] VB trans

bestraten

(be)pflastern

sta·de [stadə]

iem te stade komen

jdm zustattenkommen

stads <stadse, stadser, meest stads> [stɑts] ADJ

1. stads (zoals in de stad):

stads

städtisch

stadse manieren

städtische Sitten pl

2. stads (uit de stad afkomstig):

stads

Stadt-

stads

aus der Stadt