Dutch » German

Translations for „aanvankelijk“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

aan·van·ke·lijk: adjective and adverb
aan·van·ke·lijk: adverb

aan·van·ke·lijk¹ [anvɑŋkələk] ADJ (waarmee begonnen wordt)

aanvankelijk

aanvankelijk

Anfangs-

de aanvankelijke snelheid nat.

die Anfangsgeschwindigkeit

aan·van·ke·lijk² [anvɑŋkələk] ADV (in het begin)

aanvankelijk

aanvankelijk won hij

anfangs gewann er

Usage examples with aanvankelijk

aanvankelijk won hij

anfangs gewann er

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski