Dutch » German

Translations for „beleggen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

be·leg·gen <belegde, h. belegd> [bəlɛɣə(n)] VB trans

1. beleggen (bedekken):

beleggen

2. beleggen (bijeenroepen):

beleggen
beleggen
een vergadering voor 5 april beleggen

3. beleggen econ.:

beleggen
geld in effecten beleggen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski