Dutch » German

Translations for „besparen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

be·spa·ren <bespaarde, h. bespaard> [bəsparə(n)] VB trans

1. besparen (uitsparen):

besparen
geld besparen op het onderhoud
ruimte besparen

2. besparen (niet belasten met):

besparen

Usage examples with besparen

ruimte besparen
geld besparen op het onderhoud

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski