Dutch » German

Translations for „bestrijken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

be·strij·ken <bestreek, h. bestreken> [bəstrɛikə(n)] VB trans

1. bestrijken (kunnen bereiken):

bestrijken

2. bestrijken (kunnen beschieten):

bestrijken

3. bestrijken (besmeren):

bestrijken

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski