Dutch » German

Translations for „bonken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

bon·ken <bonkte, h. gebonkt> [bɔŋkə(n)] VB intr

1. bonken (hard aankomen tegen):

bonken

2. bonken (hard slaan):

bonken

op een piano bonken

auf einem Klavier herumhämmern

Usage examples with bonken

op een piano bonken

auf einem Klavier herumhämmern

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski