Translations for „boze“ in the Dutch » German Dictionary

bo·ze¹ [bozə] N m geen pl

het is uit den boze (misdadig, zondig)

das ist von [o. vom] Übel

het is uit den boze (verwerpelijk)

das ist schlecht [o. übel]

bo·ze² [bozə] N nt geen pl (het kwaad)

boze

Böse(s) nt

boze

Übel nt

Usage examples with boze

boze plannen

boshafte(n) Pläne pl

het boze oog fig

der böse Blick

de boze opzet jur.

der Mutwille

een boze hond

ein bösartiger Hund

een boze lach

ein boshaftes [o. hämisches] Lachen

de boze gevolgen

die bösen [o. schlimmen] Folgen

boze [o. kwade ] tongen beweren ...

böse Zungen behaupten, ...

het is uit den boze (misdadig, zondig)

das ist von [o. vom] Übel

dat is uit den boze

das ist vom Übel

een boze blik op iem werpen

jdm einen bösen Blick zuwerfen

hij liep met een boze kop de deur uit

er lief mit einem bösen [o. zornigen] Gesichtsausdruck zur Tür hinaus