Dutch » German

Translations for „couperen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

cou·pe·ren <coupeerde, h. gecoupeerd> [kuperə(n)] VB trans

1. couperen:

couperen (afsnijden)
couperen (castreren)
een hond couperen
een kater couperen

2. couperen SPORTS:

couperen

3. couperen (gedeelten uit toneelstuk, film wegknippen):

couperen

Usage examples with couperen

een hond couperen
een kater couperen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski