Translations for „doodbloeden“ in the Dutch » German Dictionary

dood·bloe·den <bloedde dood, i. doodgebloed> [dodbludə(n)] VB intr

1. doodbloeden (sterven door bloedverlies):

doodbloeden

verbluten

2. doodbloeden fig:

doodbloeden

sich totlaufen

dat zaakje zal wel doodbloeden

die Sache wird sich schon totlaufen

Usage examples with doodbloeden

dat zaakje zal wel doodbloeden

die Sache wird sich schon totlaufen