Translations for „fr.“ in the Dutch » German Dictionary

fr.

1. fr.:

fr.

fr.

2. fr. gesch.:

fr. (Zwitserland)

Fr.

fr. (Frankrijk, België, Luxemburg)

fr

See also frank , frank , franco

frank² <franke, franker, frankst> [frɑŋk] ADJ

frank

frei

frank

offen

frank en vrij

frank und frei

iem frank de waarheid zeggen

jdm frei heraus die Wahrheit sagen

frank¹ <frank|en> [frɑŋk] N m

frank (in Zwitserland)

Franken m

frank (tot 2002 in Frankrijk, België, Luxemburg)

Franc m

fran·co [frɑŋko] ADV

franco

frei

franco (portvrij)

portofrei

franco (vrachtvrij)

frachtfrei

iets franco thuisbezorgen

etw frei Haus liefern