Translations for „kerkfabriek“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

gas·fa·briek <gasfabriek|en> [ɣɑsfabrik] N f

gasfabriek

Gaswerk nt

gasfabriek

Gasfabrik f

kerk·mu·ziek [kɛrkmyzik] N f geen pl

kerkmuziek

Kirchenmusik f

kerk·boek <kerkboek|en> [kɛrɡbuk] N nt

1. kerkboek (boek):

kerkboek

Gebetbuch nt

2. kerkboek (register):

kerkboek

Kirchenbuch nt

kerkboek

Kirchenregister nt

staal·fa·briek <staalfabriek|en> [stalfabrik] N f

staalfabriek

Stahlwerk nt

ker·ke·lijk [kɛrkələk] ADJ

kerkelijk

kirchlich

kerkelijke feesten

kirchliche Feste pl

kerkelijk getrouwd zijn

kirchlich getraut sein

is die man ook kerkelijk?

ist der Mann auch in der Kirche?

kerk·to·ren <kerktoren|s> [kɛrktorə(n)] N m

kerktoren

Kirchturm m

kerk·be·zoek [kɛrɡbəzuk] N nt geen pl

kerkbezoek

Kirchenbesuch m

zui·vel·fa·briek <zuivelfabriek|en> [zœyvəlfabrik] N f

zuivelfabriek

Molkerei f