Translations for klotestad in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

zus·ter·stad <zuster|steden> [zʏstərstɑt] N f (stad)

zusterstad

Partnerstadt f

pro·tes·tant <protestant|en> [protɛstɑnt] N m

protestant

Protestant m

ge·boor·te·stad <geboorte|steden> [ɣəbortəstɑt] N f

geboortestad

Geburtsort m

Han·ze·stad <Hanze|steden> [hɑnzəstɑt] N f

Hanzestad

Hansestadt f

voor·stad <voor|steden> [vorstɑt] N f

voorstad

Vorstadt f

voorstad

Vorort m

hoofd·stad <hoofd|steden> [hoftstɑt] N f

1. hoofdstad (hoofdplaats):

hoofdstad

Hauptstadt f

2. hoofdstad (voornaam centrum):

hoofdstad

Zentrum nt

de hoofdsteden van de beschaving

die wichtigsten Kulturzentren

klo·te [klotə] ADJ pred vulg

klote

lausig

klote

mies

klote

beschissen vulg

klote

Mist pred

klote

Mist- attr

dat is zwaar klote

das ist großer Mist

dat is zwaar klote

das ist große Scheiße

klo·ten <klootte, h. gekloot> [klotə(n)] VB intr (prutsen)

kloten

(herum)pfuschen

kloten

(herum)murksen

klot·sen <klotste, h. geklotst> [klɔtsə(n)] VB intr

klotsen

klatschen

klotsen

schwappen

klotsen (zachtjes)

gluckern

klotsen (zachtjes)

glucksen

klotsen (van golven)

kabbeln NGer