Dutch » German

Translations for „koelen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

koe·len1 <koelde, h. gekoeld> [kulə(n)] VB trans

1. koelen (koel(er) doen worden):

koelen

2. koelen (afreageren):

koelen
kühlen an +dat
koelen
auslassen an +dat
zijn drift koelen
zijn woede op iem koelen

koe·len2 <koelde, h. gekoeld> [kulə(n)] VB intr (koel(er) worden)

koelen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski