Translations for „lebensmittelhandel“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

zui·vel·han·del [zœyvəlhɑndəl] N m geen pl

1. zuivelhandel (handel in zuivelproducten):

zuivelhandel

Molkereihandel m

2. zuivelhandel (winkel):

zuivelhandel

Milchgeschäft nt

de·tail·han·del <detailhandel|s> [detɑjhɑndəl] N m

detailhandel

Einzelhandel m

detailhandel

Kleinhandel m

ef·fec·ten·han·del [ɛfɛktə(n)hɑndəl] N m geen pl

effectenhandel

Effektenhandel m kein pl

com·mis·sie·han·del [kɔmɪsihɑndəl] N m geen pl

commissiehandel fin.

Kommissionshandel m

commissiehandel fin.

Kommissionsgeschäft nt

commissiehandel (vooral overzee)

Konsignation f