Translations for „ontwarren“ in the Dutch » German Dictionary

ont·war·ren <ontwarde, h. ontward> [ɔntwɑrə(n)] VB trans

1. ontwarren form (uit elkaar halen):

ontwarren

entwirren

de knoop ontwarren fig

den Knoten entwirren

een streng garen ontwarren

einen Strang Garn entwirren

2. ontwarren (tot oplossing brengen):

ontwarren

lösen

ontwarren

klären

een lastige kwestie ontwarren

eine schwierige Frage lösen

Usage examples with ontwarren

een streng garen ontwarren

einen Strang Garn entwirren

een lastige kwestie ontwarren

eine schwierige Frage lösen

een knoop losmaken [o. ontwarren]

einen Knoten lösen

de knoop ontwarren fig

den Knoten entwirren