Dutch » German

Translations for „openlijk“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

open·lijk <openlijke, openlijker, openlijkst> [opə(n)lək] ADJ

1. openlijk (openbaar, onverholen):

openlijk

2. openlijk (in het openbaar):

openlijk
openlijk
iets openlijk verkondigen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski