Dutch » German

Translations for „opstrijken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

op·strij·ken <streek op, h. opgestreken> [ɔpstrɛikə(n)] VB trans

1. opstrijken (ontvangen):

opstrijken

2. opstrijken (strijken):

opstrijken

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski