Translations for „parkeerwacht“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

par·ket·wach·ter <parketwachter|s> [pɑrkɛtwɑxtər] N m

parketwachter

Justizwachtmeister m

par·keer·ha·ven <parkeerhaven|s> [pɑrkerhavə(n)] N f

parkeerhaven

Parkbucht f

bur·ger·wacht¹ <burgerwacht|en> [bʏrɣərwɑxt] N m (toezichthouder)

burgerwacht

Mitglied nt der Bürgerwehr

burgerwacht

Bürgergardist m

par·keer·ga·ra·ge <parkeergarage|s> [pɑrkerɣaraʒə] N f

parkeergarage

Parkhaus nt

parkeergarage (flat)

Parkhochhaus nt

parkeergarage (ondergronds)

Tiefgarage f

par·keer·plaats <parkeerplaats|en> [pɑrkerplats] N f

parkeerplaats

Parkplatz m

parkeerplaats (tussen twee auto's)

Parklücke f

par·keer·ruim·te <parkeerruimte|n, parkeerruimte|s> [pɑrkerœymtə] N f

parkeerruimte

Parkplatz m

par·keer·schijf <parkeer|schijven> [pɑrkersxɛif] N f

parkeerschijf

Parkscheibe f

par·keer·der <parkeerder|s> [pɑrkerdər] N m

parkeerder

Parker m

par·keer·geld <parkeergeld|en> [pɑrkerɣɛlt] N nt

parkeergeld

Parkgebühr f

par·keer·klem <parkeerklem|men> [pɑrkerklɛm] N f

parkeerklem

Parkkralle f

parkeerklem

Radkralle f

par·keer·me·ter <parkeermeter|s> [pɑrkermetər] N m

parkeermeter

Parkuhr f