Dutch » German

Translations for „rijgen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

rij·gen <reeg, h. geregen> [rɛiɣə(n)] VB trans

1. rijgen (aan een snoer hechten):

rijgen
rijgen
iem aan de degen rijgen fig
kralen [o. parels ] rijgen

2. rijgen (naaien):

rijgen
rijgen

3. rijgen (met een snoer vastmaken):

rijgen
schoenen rijgen

4. rijgen (een band door een schuif trekken):

rijgen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski