Dutch » German

Translations for „sleep“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

sleep1 <slepen> [slep] N m

1. sleep (deel van een japon):

sleep

2. sleep:

sleep (stoet)
Geleit nt
sleep (stoet)
Zug m
sleep (bij begrafenis)
Gefolge nt

3. sleep AUTO:

sleep
sleep

sleep2 VB

sleep 3. pers sing imp van slijpen¹, slijpen²

See also slijpen , slijpen

slij·pen2 <sleep, h. geslepen> [slɛipə(n)] VB intr

1. slijpen (polijsten):

2. slijpen (scherpen):

3. slijpen inf (innig dansen):

4. slijpen (slenteren):

bummeln inf

slij·pen1 <sleep, h. geslepen> [slɛipə(n)] VB trans

1. slijpen (glad, effen maken):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski