Translations for „stratenmakers“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

frat·sen·ma·ker <fratsenmaker|s> [frɑtsəmakər] N m

fratsenmaker

Possenreißer m

kun·sten·ma·ker <kunstenmaker|s> [kʏnstə(n)makər] N m

1. kunstenmaker:

kunstenmaker (acrobaat)

Akrobat m

kunstenmaker (goochelaar)

Zauberkünstler m

2. kunstenmaker (fratsenmaker):

kunstenmaker

Firlefanz m

je bent een kunstenmaker!

du hast nur Flausen im Kopf!

grap·pen·ma·ker <grappenmaker|s> [ɣrɑpə(n)makər] N m

grappenmaker

Witzbold m inf

grappenmaker

Spaßvogel m inf

schoen·ma·ker <schoenmaker|s> [sxumakər] N m

schoenmaker

Schuhmacher m

schoenmaker

Schuster m

schoenmaker, blijf bij je leest! prov

Schuster, bleib bei deinem Leisten!

grap·pen·ma·ke·rij <grappenmakerij|en> [ɣrɑpə(n)makərɛi] N f

1. grappenmakerij (het maken van grappen):

grappenmakerij

Spaßmacherei f

grappenmakerij

Ulkerei f

2. grappenmakerij (iets hinderlijks, ergerlijks):

grappenmakerij

Unfug m

grappenmakerij

Faxen pl

stra·te·gie <strategie|ën> [strateɣi] N f

strategie

Strategie f

fiet·sen·ma·ker <fietsenmaker|s> [fitsə(n)makər] N m

fietsenmaker (fietsenreparateur)

Fahrradmechaniker m

fietsenmaker (fietsenreparateur)

Fahrradschlosser m

fietsenmaker (handelaar)

Fahrradhändler m

wa·ter·kers <waterkers|en> [watərkɛrs] N f

waterkers

Brunnenkresse f