Translations for „strippenkaarten“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

strip·pen·kaart <strippenkaart|en> [strɪpə(n)kart] N f

strippenkaart

Sammelfahrschein m

strippenkaart

Mehrfahrtenkarte f

strippenkaart (in sommige districten ook)

Streifenkarte f

strijk·kwar·tet <strijkkwartet|ten> [strɛikwɑrtɛt] N nt

strijkkwartet

Streichquartett nt

strip·pen² <stripte, h. gestript> [strɪpə(n)] VB trans

strippen (ontdoen van: kabel)

bloßlegen

strippen (ontdoen van: kabel)

freilegen

strippen (ontdoen van: auto's, apparatuur)

(teilweise) demontieren

aan·kaar·ten <kaartte aan, h. aangekaart> [aŋkartə(n)] VB trans

aankaarten

anschneiden

strip·tease <stripteases> [strɪptiːz] N m

striptease

Striptease m nt nt

striptease

Strip m

strip·ver·haal <stripver|halen> [strɪpfərhal] N nt

stripverhaal

Comicstrip m

stripverhaal

Comic m

stripverhaal (allgemeen)

Bild(er)geschichte f

strijd·krach·ten [strɛitkrɑxtə(n)] N pl

strijdkrachten

Streitkräfte pl

kwis·pel·staar·ten [kwɪspəlstartə(n)]

kwispelstaarten → kwispelen

See also kwispelen

kwis·pe·len <kwispelde, h. gekwispeld> [kwɪspələ(n)] VB intr

kwispelen

(mit dem Schwanz) wedeln