Translations for „tentoonstelling“ in the Dutch » German Dictionary

ten·toon·stel·ling <tentoonstelling|en> [tɛntonstɛlɪŋ] N f

tentoonstelling

Ausstellung f

naar een tentoonstelling gaan

in eine Ausstellung gehen

een permanente tentoonstelling

eine ständige Ausstellung

een reizende tentoonstelling

eine Wanderausstellung

Usage examples with tentoonstelling

naar een tentoonstelling gaan

in eine Ausstellung gehen

een reizende tentoonstelling

eine Wanderausstellung

een retrospectieve tentoonstelling

eine Retrospektive

een permanente tentoonstelling

eine ständige Ausstellung

een tentoonstelling openen

eine Ausstellung eröffnen

een doorlopende tentoonstelling

eine Dauerausstellung

goederen inzenden voor een tentoonstelling

eine Ausstellung mit Waren beschicken

de opening van een tentoonstelling

die Eröffnung einer Ausstellung