Translations for „tijdschrift“ in the Dutch » German Dictionary

tijd·schrift <tijdschrift|en> [tɛitsxrɪft] N nt

tijdschrift

Zeitschrift f

tijdschriften voor taalkunde

sprachwissenschaftliche Zeitschriften pl

Usage examples with tijdschrift

een tijdschrift afzeggen

eine Zeitschrift abbestellen

een driemaandelijks tijdschrift

eine Vierteljahresschrift

een halfmaandelijks tijdschrift

eine Halbmonatsschrift

een geïllustreerd tijdschrift

eine Illustrierte

een abonnement op een tijdschrift

ein Zeitschriftenabonnement

de redactie voeren van een tijdschrift

eine Zeitschrift herausgeben